Wakker,
ik ben wakker,
want mijn lijf
doet me overal pijn.
Zuur,
de smaak van zuur:
als ik slik,
dan brandt het zure slijm.
Stil,
ik lig doodstil:
elke beweging
kan gevaarlijk zijn.
Ik ben misselijk, misselijk,
er zijn doet zo'n pijn.
Ik ben zo godvergeven misselijk.
Dood gaan kan niet erger zijn.
Zweet,
ijskoud zweet,
en het wilde
kloppen van mijn eigen hart.
Heet,
gloeiend heet:
al het denken
raakt in kramp verward.
Rond,
alles draait rond
alles zuigt weg
in een donker zwart.
Want
ik ben misselijk, misselijk
er zijn doet zo'n pijn
ik ben zo godvergeven misselijk
dood gaan kan niet erger zijn
Nee... geef niet over...
Nee... Mmmm...
Lang,
wezenloos lang
en mijn gedachten
missen iedere macht.
Strijd,
op leven en dood:
met elke vezel
van mijn bezem zoek ik kracht.
Ik ben...
mijn zijn doet me pijn
ik ben zo godvergeven...
dood gaan kan niet erger zijn.
Nee...
Ik geef me niet over.
Nee...
niet overgeven.
Ik ga nog liever dood,
ik ga nog liever dood,
ik ga nog liever dood.
Mmmm....Mmmm...