Ik kan maar niet geloven, dat jij er straks niet meer zal zijn
Hier werd ik geboren. Jij was net zo nieuw als ik
Beleefde ieder ogenblik, van mijn jeugd met jou
Waar moeders op de stoepen zaten. Als de afwas was gedaan
Mijn buurt waarvan ik dacht dat die ver na mij nog zou bestaan
Maar hoe had ik kunnen bedenken
Dat alle voetstappen die ik hier maakte me nu laten verdwalen
Ik ken hier heg noch steg
Waar zijn nu toch al je paden, je hofjes en de straten
En het huis waar ik in woonde het is weg
Het water van de Sloterplas en de dijk waar het gevaar was,
Maar waar je heel graag speelde en alle avonturen deelde
Maar hoe had ik kunnen bedenken
Dat alle voetstappen die ik hier maakte
Me nu laten verdwalen, in de tijd
Ik heb alleen nog maar de foto's
Die ik hier nog maar net kon maken om me te herinneren aan die tijd
Van de straten en de hofjes. Van de snoepwinkel op de hoek
Van de huizen met brievenbussen. En de bellen op een rij
Van de kerk die je op zondag hoorde. Dat alles was een deel van mij
En van m'n dromen die nog uit moesten komen ...
Dromen die nog uit moesten komen