Gerard Cox Lyrics
Lieveling Lyrics
Als ik denk aan al die jaren
Jaren dat we samen waren
Altijd samen, jij en ik,
Als ik denk aan ons verleden,
Hoe we alles samen deden
Word ik stil, een ogenblik
En ik denk
Ja, dan denk ik aan die meiden
Die ik nooit heb kunnen krijgen
Omdat jij me in de weg zat,
En dan denk ik bij m'n eigen
Aan die wilde avonturen
Die ik steeds moest laten schieten
Omdat jij dan zat te wachten
Met een schaaltje rooie bieten.
Aan die keer dat ik op reis ging
En Margo m'n bed zou delen,
O, Margo, zo welgeschapen
Om het overspel te spelen
Maar ik kreeg die blindedarrem
En in plaats van wilde nachten
Zat jij met een bossie tulpen
In 't ziekenhuis te wachten
Want jouw streep liep altijd
Door mijn seksuele rekening
Lieveling, lieveling, lieveling
Als ik denk aan ons verleden
Hoe we alles samen deden,
Alles samen, jij en ik,
Als ik denk aan al die dingen
Maken die herinneringen
Mij heel stil, een ogenblik
En ik denk
Hoe ik steeds, als jij in zee ging,
In een strandstoel zat te hopen
IJdle hoop, want jij kwam altijd
Weer de golven uitgekropen.
En dan denk ik: Waarom moeten
Anderen toch altijd boffen,
Want jij staat toch ook te koken
En jouw gas kan ook ontploffen
En ons huis heeft toch ook trappen
Waar de loper los kan raken,
Waarom wil geen tram of auto
Ooit bij jou es brokken maken
Maar jij bent niet stuk te krijgen,
Helder staat me dat voor ogen
Jij wordt later opgegraven
Door verbaasde archeologen,
Onbeschadigd, onveranderd
Als een prehistorisch ding,
Lieveling, lieveling, lieveling
Maar dan zijn er van die nachten
Dat die bittere gedachten,
Al die weerzin, dat verwijt,
Mij zo vreselijk berouwen,
En dan ben ik niet te houwen
Want dan breekt m'n hart van spijt
Bitt're spijt
Spijt, dat ik met jou getrouwd ben,
Dat ik dacht: 't Zal wel lukken.
Nou, ik weet het, je kan beter
De vier-daagse doen op krukken.
Spijt, dat ik niet heb geluisterd
Naar m'n broers die toen al zeien
Man, je kunt nog beter trouwen
Met een vrachtauto vol keien.
Spijt dat ik niet van de centen
Die jij na m'n dood zult vangen,
Alle meiden van de wallen
Met bijoux heb vol-gehangen.
Ik heb spijt, dat ik zo'n sul was
Dat ik nooit ben weggelopen,
Maar toch tegen beter weten
Op verandering bleef hopen
Ik bleef nog op gratie hopen
Toen ik al aan de galleg hing
Lieveling, lieveling, lieveling