Liselore Gerritsen Lyrics
De Stuiter Lyrics
Ik had ook mijn zakje knikkers
Ik had wat anderen hadden
Een paar stuiters en verder die gewone van klei
Het was een van de eerste voorjaarsdagen
Ik had mijn kniekousen opgerold tot op mijn klompen
Ik was nog niet op school maar op het schoolplein werd na schooltijd geknikkerd
Het knikkerkuiltje was vlak bij een van de wortels van de grote beuk
We waren met z'n vijven
Toen iedereen, zoals altijd voordat we begonnen, zijn eigen knikkers vergeleek met die van de anderen gebeurde het
Een van de oudere jongens
Harm
Had de grootste en mooiste stuiter van allemaal
Als je hem tegen het licht hield veranderden de figuren binnenin ieder ogenblik van vorm en kleur
Ik mocht hem even vasthouden en zag dat alles wat ik ooit gedroomd of gehoopt had waarheid werd binnenin de stuiter
Ik moest hem hebben
Harm - zei ik - geef mij die stuiter
Nee - zei Harm
We knikkerden, maar Harm zette de stuiter niet in
Hij hield hem in zijn rechter broekzak en won van me
M'n knikkerzak was bijna leeg toen ik binnen moest komen
Die nacht woonde ik in een grote glazen stuiter
Ik rolde over de aarde
Het landschap om me heen veranderde de hele tijd
Ik danste over blauwe, groene en rooie draden die onder mijn voeten in elkaar overvloeiden
Ik stapte niet mis want het was mijn wereld, mijn huis
Ik moest hem hebben, de stuiter
De volgende dag ging ik na schooltijd weer naar het schoolplein
Het was miezerig weer en de beuk droop
Harm - zei ik - geef mij die stuiter
Nee - zei Harm
We knikkerden en ik verloor mijn laatste knikkers aan Harm
Toen ik binnengeroepen werd ging ik nog een keer naar hem toe
Laat hem nog eens zien - zei ik
Nee - zei Harm
De volgende dag kon ik niet meedoen want ik had geen knikkers meer
Ik stond tegen de beuk geleund te kijken
Drie dagen lang
De vierde dag kwam Harm over het schoolplein aangelopen
Een lange, rooie worm tussen zijn duim en wijsvinger
Doorschijnend kronkelend in de zon
Net toen ik met iedereen weg wou rennen bedacht ik me
Ik vloog op hem af en begon hem te slaan en te krabben
Met z'n ene hand hield hij de kronkelende worm vast
Met de andere probeerde hij me van zich af te duwen
Híer met die stuiter - schreeuwde ik - smeerlap, viezerik
De worm kronkelde voor m'n ogen
Nooit nooit - schreeuwde Harm- alleen (en zijn gezicht veranderde in dat van de here der heerscharen die zich bewust is van zijn almacht) alleen als je de worm opeet
Ik deed een stap achteruit
Het schoolplein draaide
Goed - zei ik
Harm lachte
Hij hield de worm boven m'n gezicht
Ik deed mijn ogen dicht en dacht:
Stuiter, wereld, huis, zon, draden van goud
En slikte de worm door
Toen ik mijn ogen opendeed was Harm witter dan ik
Geef op, die stuiter - zei ik
Hij gaf hem zonder een woord en liep weg
Achter de beuk gaf ik over
De worm leefde nog en verdween in het knikkerkuiltje
Ik liep naar huis en verstopte de stuiter op een geheime plaats
Ik heb nooit meer geknikkerd na die dag
Ook heb ik nog maar een keer bijna overgegeven
Dat was toen jij voor de grap een worm op mijn bord legde die je in je sla gevonden had
Ik heb hem niet opgegeten
Zo graag wou ik je niet