Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop een kerk, een kar met paard Een slagerij J. van der Ven Een kroeg, een juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar het is waar ik geboren ben Dit dorp, ik weet nog hoe t was De boerenkinderen in de klas Een kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor Een zandweg tussen koren door Het vee, de lage boerderijen En langs het tuinpad van mijn vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat het nooit voorbij zou gaan Wat leefden ze eenvoudig toen In simple huizen tussen groen Met boerenbloemen en een heg Maar blijkbaar leefden ze verkeerd Het dorp is gemoderniseerd En nou zijn ze op de goeie weg Want ziet, hoe rijk het leven is Ze zien de televisiequiz En wonen in betonnen dozen Met flink veel glas, dan kun je zien Hoe of het bankstel staat bij Mien En dr dressoir met plastic rozen En langs het tuinpad van mijn vader Zag ik de hoge bomen staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat het nooit voorbij zou gaan De dorpsjeugd klit wat bij elkaar In mini rok en beatlehaar En joelt wat mee met beatmuziek Ik weet wel, t is hun goeie recht De nieuwe tijd, net wat u zegt Maar het maakt me wat melancholiek Ik heb hun vaders nog gekend Ze kochten zoethout voor een cent Ik zag hun moeders touwtje springen Dat dorp van toen het is voorbij Dit is al wat er bleef voor mij Een ansicht en herinneringen Toen k langs het tuinpad van mijn vader De hoge bomen nog zag staan Was ik een kind hoe kon ik weten Dat dat voorgoed voorbij zou gaan