Iedere maandagavond ga ik naar 't Mannenkoor
Voordat we gaan zingen smeren wij de kelen door
Meneer de dirigent wacht woedend in 't zanglokaal
Maar gaat z'n stok omhoog, zingen we allemaal
Ah, daar gaan we
refr.:
Van mij kan je pot op, van mij kan je pot op
Knoop maar in je oren, je neemt mij niet beet
Van mij kan je pot op, van mij kan je pot op
Van mij kan je pot op, als je dat maar weet
Ver na middernacht met m'n schoenen in m'n hand
Sluip ik op m'n tenen naar m'n ledikant
Bovenaan de trap dacht ik nog dat m'n vrouw al sliep
Zij stond met een deegrol klaar en weet je wat ze riep
Dag schatje
refr.
Tot een uur of tien zat ik te suffen op kantoor
Net toen ik in slaap viel trok iemand aan m'n oor
Een paar minuten later stond ik buiten de deur
Ik had iets teveel gezegd tegen de directeur
He ouwe
refr.(2x)
He
refr.