Pim, die is zo verliefd op Pam
Hij zag haar lopen op De Dam
En stond meteen in vuur en vlam
Jim, die is zo verliefd op Kim
Hij zag haar zitten in de trim
En zij werd stapelgek op him
Mannetjes maken dolverliefde plannetjes
't Komt in kruiken en in kannetjes
Met pannetjes
Met Mientjes, Fientjes, Jacquelientjes
Guus, die is zo verliefd op Truusse
Hij zag 'r zitten in de buusse
En gaf d'r dadelijk een kuusse
O, hoeveel paartjes houwen van elkaar
O, hoeveel mensjes trouwen met elkaar
Weer een bruid en weer een gom in het zwart
Wie niet aan de liefde doet, die heeft een houten hart
Jo, die is stapel op Cato
Hij zei: "Cato, I love you so"
En kocht een flat in Almelo
Piet, Piet, die is zo verliefd op Fie
Hij zag haar zweven op de ski
En hing haar vol met poezie
Kereltjes kopen vrouwen dure pereltjes
En dan zingen in hun wereldjes de mereltjes
Van: Altijd zal ik van je houwen
Kees, die is zo verliefd op Trees
Hij zei: "Je hebt iets in je face
Dat werkt uitdagend op m'n vlees"
O, o, o, hoeveel paartjes houwen van elkaar
O, o, o, hoeveel mensjes trouwen met elkaar
Weer een bruid en weer een gom in het zwart
Wie niet aan de liefde doet, die heeft een houten hart
Ted, die is zo verliefd op Jette
Hij zag haar lopen in de stedte
En was de kluts kwijt, tot en mette
Koos, die is zo verliefd op Toose
Ze werkte bij Van Gend en Loose
Hij zei: "Ik trouw je nu of noose"
Zou dan niet, als je zoveel liefdesparen ziet
Die wankele planeet van ons een tuin moeten zijn
Van rozegeur en maneschijn
Miep, die zei: "Kerel, krijg de griepe"
Ze nam een ander in 't geniepe
En nam de benen toen 'ie sliepe
O, hoeveel paartjes houwen van elkaar
O, hoeveel mensjes trouwen met elkaar
Weer een bruid en weer een gom in het zwart
Wie niet aan de liefde doet, die heeft een houten hart
En dat klopt niet