refr.:
Kietel me niet, daar kan ik niet tegen
Kietel me niet, dan word ik verlegen
Want jij kunt alles met me doen, ja, alles mag
Maar als ik word gekietelt, dan krijg ik de slappe lach
Kietel me niet, daar kan ik niet tegen
Kietel me niet, kietel me niet
Ik was laatst op een trouwpartij, een week of wat geleden
Het was zo'n feest waarop ze steeds de gekste dingen deden
D'r werd gedanst, de boel stond op z'n kop
D'r werd gehost, de lol die kon niet op
De vader van de bruid ging op de populaire toer
En riep: "De polonaise, allemaal op de vloer"
We stonden in de rij, ik voelde handen in m'n zij
En riep nog net tegen de dame achter mij:
refr.
We zouden van de zomer op vakantie gaan naar Palma
Ik weet nog goed dat ik op Schiphol in die grote hal sta
D'r werd gezegd: "U wordt gevisiteerd"
En bij de deur werd ieder gefouilleerd
Een heel charmante juffrouw riep: "Ja, komt u maar meneer"
En toen ze op me afkwam, had ik 't al niet meer
'k Zei: "Juffrouw, luister goed, ik kan begrijpen dat 't moet
Maar asjeblieft, 't is de manier waarop je 't doet"
refr.
"Hou nou toch 's een keer op met dat stomme gelach"
Tekst en muziek: Carlo v.d. VegtAd van der Gein