Door het hooggeboren koren houdt dit hart
Die bange haas, je woedend bij
Je hebt oren om te horen, hoor het slaan
Dit hart, de jacht is nooit voorbij
Hoor de honden, hun gehuil komt naderbij
Hoor de hoorn, hij bazuint in bos en hei
Hoor de oorverdovend koperen schalmei
Nu het jachtseizoen geopend is
Nu opent ook de jacht voorgoed op mij
Door het klaaglijk lage klaver
En het boekweit loop je hijgend aan mijn zij
En het bloed bonst in je slapen
Kijk, je adem waast als witte mist voorbij
Hoor het lachen van hun koperen trompet
Kijk, de prijs die op de hoofden is gezet
Hoor het krijsen aan hun koninklijk banket
Hoor de wind zingt in de wilgen
Van kwaadwilligen, je loopt zwijgend door met mij
Door het hooggeboren koren houdt dit hart
Die bange haas, je angstig bij