't Was een augustusmorgen, het gras lag vol met dauw
De zon kwam in de hemel, de hemel zelf was blauw
Ik zag een meisje zitten, ze huilde van verdriet
Ze zei: M'n bloed is bitter, m'n liefste is er niet
Ik blijf 't lot vervloeken, dat 't een Ier moest zijn
Die hem heeft neergeschoten, de allerliefste mijn
Zo sterk, zo groot was hij
Komt nooit meer terug bij mij
Lacht nooit meer tegen mij
En slaapt nooit meer met mij
O, was hij maar gesneuveld, verslagen in 't gevecht
Of tot ter dood veroordeeld, door 't Engelse gerecht
Nu is z'n naam bedorven, hij viel door Ierse hand
Hij is voor niets gestorven, hij stierf niet voor z'n land
O, was hij maar gevallen, geveld door Engels lood
Dat 't een vriend moest wezen, die hem z'n dood in schoot
Ik huiver van de kou
De dagen zijn zo grauw
Maar ik wacht hier op jou
Ik blijf altijd van jou
Zo sterk, zo groot was jij
Komt nooit meer t'rug bij mij
Lacht nooit meer tegen mij
En slaapt nooit meer met mij